De tuimelaar weegt wel 200 kilo.Hun lengte is ongeveer 2/ 3 meter.Op hun lijf hebben ze nog 3 vinnen,de borstvin die gebruiken ze om te sturen,de rugvin die ze gebruiken om in balans te blijven. En dan hebben ze ook nog hun staartvin, die gebruikt wordt om te springen, en waar alle kracht vandaan komt. De tuimelaar kan wel 60 km per uur zwemmen.Hij kan zo hard omdat hij een horizontale staart heeft.Ze hebben een goede schutkleur,want ze vallen in het water bijna niet op. De tuimelaar krijgt als hij ouder wordt,allemaal krassen op zijn lichaam. Dit krijgen ze van het spelen of stoeien,met andere tuimelaars, of dolfijnen. Aan het einde van hun staart,borstvin of rugvin zie je een soort rafels,dit zijn een soort rimpels. Dit is eigenlijk net zo als bij mensen.
Hoe ouder ze worden hoe meer rafels (rimpels)ze krijgen. Ruiken: dit kan een tuimelaar vrijwel niet. De neusopening is aan de bovenkant van het lichaam geplaatst. Dit heet een blaasgat.
Ademhaling: de ademhaling verloopt via het blaasgat.
Tuimelaars hebben een longademhaling.
Omdat het blaasgat kort boven water is, moet de ademhaling krachtig en snel zijn.Tuimelaars,kunnen zo ongeveer 15 minuten onder water blijven.
De Ogen Van een Tuimelaar: de tuimelaar kan goed zien. Ze zien als er gevaar dreigt maar ook als er vis zwemt.
Hoe ver de tuimelaar kan zien hangt natuurlijk ook van de helderheid van het water af.De echo die ontstaat bij het gebruiken van een sonar, wordt door een vetachtige stof in de kaak, doorgegeven naar het
Middenoor.
Bij de tuimelaardolfijn reikt de sonar tot ongeveer 100 meter.
Oren:de tuimelaars hebben rare oren.
Het zijn eigenlijk meer oorgaatjes.Maar ze kunnen er wel heel goed mee horen. Zelfs geluiden die voor een mens te hoog zijn om te horen,horen de tuimelaars wel.
Gevoel:het gevoel van een tuimelaar is goed ontwikkeld.
De huid is erg gevoelig. Hij voelt dan ook iedere aanraking.
Smaak: de smaak van een tuimelaar is niet zo goed. Dit komt vooral omdat ze hun voedsel niet kauwen, maar direct doorslikken. Zij hoeven niet te kauwen ,want zij hebben achter in hun keel een kringspier,waardoor de vis verder gaat,en het zoute water achter blijft. Een tuimelaar gebruikt ook bewegingen met zijn tong,om zo het zoute water buiten te houden.
De tuimelaar kan zich zo niet verslikken.
Dat komt omdat de slokdarm en de luchtpijp gescheiden zijn.
Een tuimelaar heeft 4 magen:een kropmaag(dit is eigenlijk een maag voor het opslaan van vis).
Een echte maag,en nog 2 kleinere magen.
Hier zie je een foto van de tuimelaar.